Taalcoaches gezocht: ’Het geeft zin aan je leven’
Maart 2024 – Hoe is het om een nieuwe taal te leren? En ook: wat betekent het om iemand daarbij te helpen?
Stel, je komt uit Iran. Je was op een punt gekomen dat je dacht: zo gaat het niet langer, we moeten hier echt weg. Uiteindelijk kom je met je man in Nederland terecht. Je wilt hier samen een nieuw bestaan opbouwen. Maar daarvoor moet je de taal van het land leren.
Of stel je voor: je bent gepensioneerd. Je hebt energie te over en daar wil je iets positiefs mee doen. Gevoel voor taal is je niet vreemd. Je weet wat het is om een andere taal onder de knie te krijgen. Je ziet bovendien dat mensen uit bittere noodzaak vertrokken zijn uit hun land en hier taalles nodig hebben. Je meldt je aan als vrijwilliger-taalcoach.
In de Eurowinkel in Driebergen ontmoet ik Baran Jowkari (37). Ze woonde in Shiraz, een grote stad in het zuiden van Iran. Ze werkte daar in de architectuur en als sportcoach. Ze is nu negen maanden in Nederland en woont met haar man in het AZC in Leersum en is vrijwilliger in de Eurowinkel. Daar doet ze ervaring op met het spreken in het Nederlands. ‘Dat is goed voor mij’, zegt Baran met een brede smile.
Baran wordt begeleid door Driebergenaar Klaas Berghout (82). Klaas is een van de ruim honderd taalcoaches die bij Taalcoaching Heuvelrug actief zijn. Anders dan dat getal doet vermoeden, is er nog steeds behoefte aan nieuwe taalcoaches. De vraag om taalbegeleiding overtreft het aanbod.
Baran en Klaas ontmoeten elkaar twee keer per week gedurende maximaal anderhalf uur. Ze werken in De Delerij of in de Bibliotheek. Klaas toont zich heel tevreden over Barans vorderingen. ‘Jij bent een ontzettend goede leerling’, zegt hij tegen haar, ‘je begrijpt het meteen’. Beiden vertellen me enthousiast over hun samenwerking. We spreken Nederlands met elkaar, langzamer dan gewoonlijk. Er wordt veel gelachen. Soms gaat het gesprek verder in het Engels, als het juiste Nederlandse woord even ontbreekt. Af en toe raadpleegt Baran het woordenboek op haar smartphone. Ze hecht eraan het Nederlands te oefenen, ook al vindt ze het heerlijk om af en toe met iemand in haar moedertaal te kunnen spreken.
Klaas was in zijn vorige woonplaats ook al betrokken bij de begeleiding van vluchtelingen die Nederlandse les kregen. Hij heeft ooit de opleiding MO-Engels gedaan. Ook al heeft hij vervolgens heel ander werk gedaan, hij heeft wel gevoel voor taalverwerving. In de loop van de tijd heeft hij al heel wat vluchtelingen geholpen om het Nederlands machtig te worden en zich hier thuis te voelen. ‘Het geeft zin aan mijn leven’, zegt hij over zijn werk als taalcoach. ‘Klinkt een beetje deftig, maar toch is het zo. Het is heerlijk om met vrijwilligers te werken. Je moet het wel graag willen, want anders houd je het niet vol’.
Klaas is zich ervan bewust dat vluchtelingen vaak getraumatiseerd zijn door hun vluchtervaring en wat daaraan voorafging. Zijn insteek is dat de taalles een leuke plek kan zijn waar de vluchteling even met iets totaal anders bezig is dan het eigen verhaal of de zorg over de aanvraag voor een verblijfsvergunning. ‘Die mensen zijn zo blij dat er iemand is die tijd voor hen heeft.’ Baran bevestigt dat helemaal. Ze legt uit dat ze veel aan haar hoofd heeft. De les met Klaas werkt ontspannend.
Baran laat het lesboek zien en leest een stukje voor, om haar vorderingen te laten zien. Klaas corrigeert de uitspraak met veel geduld. Vooral de Nederlandse ij-klank is een struikelblok. Aan de andere kant blijkt dat Baran vanuit haar moedertaal geen enkele moeite heeft met de Nederlandse sch-klank, waar veel andere buitenlanders juist problemen mee hebben. De grammatica vindt Baran nog wel moeilijk. Ze repeteert rijtjes, zoals het alfabet en ‘ik ben, jij bent, hij is…’.
Een extra moeilijkheid is het verschil in het schrift. Baran schrijft als voorbeeld haar naam in het Perzisch, van rechts naar links. Ze legt uit dat haar naam ‘regen’ betekent. In droog Zuid-Iran is regen zeer welkom. ‘In Nederland regent het teveel!’, lacht ze.
Het contact tussen taalcoach en nieuwkomer helpt niet alleen om vertrouwd te raken met de Nederlandse taal, maar ook met gewoonten uit het dagelijks leven. De actualiteit kan een rol spelen bij de taaloverdracht.
De integratie van de nieuwkomer wordt door het werk van de taalcoach bevorderd. Als vrijwilliger kan iedereen daaraan bijdragen, zonder een opleiding voor het taalonderwijs. Ook al is Taalcoaches Heuvelrug een vrijwilligersorganisatie en geen onderwijsinstelling, voor nieuwkomers zijn de vrijwilligers prima buddy’s. Klaas en Baran tonen dat.
Meer informatie voor nieuwe taalcoaches: www.taalcoachingheuvelrug.nl
(tekst en foto’s: André Droogers)