Nieuwsbode van woensdag 15 augustus:
DRIEBERGEN – Fiston Runyemera (30) komt uit Goma in Congo en werkt vijf dagen per week in de eurowinkel van de Stichting Vluchtelingenkinderen Utrechtse Heuvelrug in Driebergen. Hij is vluchteling en zijn verhaal is, zoals zo vaak bij mensen die op drift zijn geraakt, aangrijpend.
Fiston: “In Congo woedt een langdurige oorlog tussen de regering en rebellen. Er zijn heel veel doden gevallen. Mijn oom werkte voor de opstandelingen en daarom werd onze familie vervolgd. Ik kwam in een vluchtelingenkamp in Goma terecht. Eerst was mijn tante daar ook nog, maar haar verloor ik uit het oog. Ik heb nu geen familie meer. Ik kwam in Nederland terecht. Via Ter Apel, Leersum en Rotterdam kwam ik in deze regio te wonen. Ik heb geen status en kan geen geld verdienen”.
Runyemera: “Het bijzondere van de Stichting Vluchtelingenkinderen is dat zij mij toch kunnen helpen, al heb ik geen status. Dat komt omdat zij goede relaties hebben met de onderwijsinstellingen. Ik heb net een opleiding economie, detailhandel, verkoper niveau twee afgerond en de stichting heeft mijn boekengeld en reiskosten betaald. Nu ga ik door voor niveau drie. Het liefst zou ik verkoper worden in een sportzaak”.
Fiston is al vanaf 2009 in Nederland. Hij wil hier een bestaan opbouwen. Hij meldt zich twee keer per maand bij de vreemdelingenpolitie in Amersfoort. Het wordt wel gewaardeerd dat hij hard aan zichzelf werkt. Fiston: “Het vrijwilligerswerk dat ik in de eurowinkel doe, helpt mij met mijn Nederlands en zorgt voor een betere integratie. Mijn moedertaal is Swahili, want ik kom uit Oost-Congo. Ik behoor tot een stam die tot de Tutsi’s wordt gerekend. Wij worden in Congo niet goed behandeld omdat wij als niet-Congolees worden beschouwd”.
Fiston was 21 jaar toen hij naar Nederland kwam. Familie heeft hij in de Congo niet meer en mede daarom wil hij graag in Nederland blijven. Hij spreekt de taal overigens uitstekend.